That's that Art Espresso
Hoe een catchy zomerhit stiekem de terugkeer van het surrealisme viert, en de belangrijke rol van vrouwelijke kunstenaars daarin.
De zomer doet gekke dingen met mensen. Voor je het weet heb je nauwelijks nog kleding aan, sta je vrijwillig in de modder en herrie op een festival, en ben je fan van afschuwelijk catchy zomerhits met teksten die nergens op slaan. Alhoewel de zomer (zoals altijd) maar mondjesmaat haar intrede doet in Nederland, is dat laatste bij mij al gebeurd. Het bizarre nummer Espresso van Sabrina Carpenter, en dan vooral het zinnetje “That’s that me espresso”, is niet meer uit mijn brein én algoritmes weg te slaan. Echter, het nummer afdoen als domme zomerhit doet het mijns inziens tekort. Carpenter speelt met taal en vorm en biedt daarmee een uitweg uit het dagelijks leven, net zoals de surrealisten dat een eeuw geleden deden - en vandaag de dag nog steeds doen. Bovendien biedt Carpenter podium aan het omarmen van vrouwelijkheid als kracht, maar dat is iets waar de surrealisten nog van kunnen leren.
In Espresso speelt Carpenter met taal op een manier die de behoeften van het publiek bevredigt: als een shot cafeïne op een zware ochtend, geeft Sabrina ons een injectie van luchtigheid en humor in zorgwekkende tijden. Een artikel op Vulture, uit mijn geliefde categorie ‘serieus onderzoek naar onserieuze zaken’, analyseert taalkundige Ekkarat Ruanglertsilp haarfijn hoe ze dit doet. In het nummer zingt Carpenter hoe ze een jongen volledig in haar greep heeft, hij is zó verliefd dat de gedachte aan haar hem wakker houdt als een espresso. Centraal in het nummer staat dan ook de grammatisch incorrecte zin “That’s that me espresso”, waarvan niemand nou echt snapt wat die betekent. Carpenter speelt met vormen van taal, bijvoorbeeld door werkwoorden te vervangen voor zelfstandige voornaamwoorden, of andersom. Zo zingt ze “my give-a-fucks are on vacation” en “I dream-come-true’d it for you”, en even later ook “One touch and I brand-newed it for ya”. Ze plaatst woorden bewust op plekken waar ze grammaticaal niet thuishoren, maar wel de juiste associaties oproepen om het verhaal en de sfeer van het nummer over te brengen.
De vraag wat een “me espresso” nou eigenlijk is houdt velen bezig, en koffiezaakjes storten zich maar al te graag op deze trend door een “me espresso” op het menu te zetten. Wat mij fascineert is hoe populaire cultuur functioneert als graadmeter van waar het publiek op aanslaat, en wat dit vervolgens weer zegt over ons en de tijd waarin we leven. Dat het nummer een hit is staat vast: niet alleen scoort het waanzinnig in de hitlijsten, ook staan social media vol met posts die refereren aan het nummer. Het nummer lijkt daardoor haast gemaakt voor de TikTok- en Instagram-algoritmes en de formats van korte video’s waar die platforms op draaien. Het is namelijk zo geschreven dat enkele zinnetjes er makkelijk uitgehaald kunnen worden zonder dat de humoristische lading ervan verloren gaat.
Door foutief taalgebruik bevredigt Carpenter twee kernbehoeften van haar publiek: ze biedt een humoristische uitvlucht uit het dagelijks leven én de potentie om viral te gaan. Het surrealisme, de kunststroming die opkwam na de Eerste Wereldoorlog als tegenreactie op het rationalisme van die tijd, benutte in zekere zin precies hetzelfde mechanisme. Met hun bizarre kunst hielpen ze mensen om te gaan met de verschrikkingen en nasleep van de oorlog. Mijns inziens is dit niet de enige overeenkomst tussen de pophit en de kunststroming. In hoeverre kan Espresso surrealistisch genoemd worden?
Surrealisme en Espresso
Surrealisme is haast net zo catchy als Espresso. Werken van Dalí hebben nog altijd een waanzinnige aantrekkingskracht op het grote publiek, zoals geïllustreerd door een immersieve show bij het populaire Fabrique des Lumières in Amsterdam en de populariteit van Dalí musea wereldwijd. Het was een van de eerste kunststromingen die ik zelf bij naam kende en waar ik me op de middelbare school mee bezig wilde houden. De beweging begon in 1917 ten tijde van de Eerste Wereldoorlog, en vond zijn oorsprong in de overtuiging dat kunst in de toekomst tegen rationaliteit en de waarden van de bourgeoisie in moest gaan. Deze werden namelijk gezien als oorzaak van de oorlog. In plaats daarvan focusten de surrealisten zich daarom op het onderbewuste, de droomwereld waar het irrationele vrij geuit kon worden en logica werd losgelaten. André Breton, schrijver en grondlegger van het surrealisme, omschreef de intentie van de stroming als “het samensmelten van de voorheen tegenstrijdige concepten van droom en werkelijkheid in een absolute realiteit, een ‘superrealiteit’, of ‘surrealiteit’”.
Hoewel het misschien ver gaat om een hedendaags popnummer surrealistisch te noemen, raakt Carpenter’s zomerhit toch een aantal kernpunten van de stroming. Ten eerste gebruikt ze woorden op een andere manier zoals de surrealisten dat met objecten deden: waar Magritte een appel in plaats van een gezicht schildert, plaatst Sabrina Carpenter het gifgroene drankje Mountain Dew op de plek van een werkwoord in de zin “Soft skin and I perfumed it for ya / I know I Mountain Dew it for ya”. Ze speelt in op de onderbewuste associaties die we hebben bij bepaalde woorden (espresso, Nintendo, honey bee) en zoekt tegenstellingen op om op subtiele manier te provoceren. Carpenter verandert de betekenis van alledaagse dingen, zoals een espresso, en koppelt ze aan onze diepste verlangens en intiemste gevoelens. Maar tegelijkertijd weet ze iets vertrouwds als een kopje koffie van ons te vervreemden door het ‘fout’ te gebruiken in haar teksten.

Het humoristische aspect van surrealistische kunst (bijvoorbeeld Dalí’s dieren op stelten) is waarschijnlijk wat het zo toegankelijk en populair maakt. Humor is ook een van de aspecten die Carpenter zelf noemt als kenmerkend voor haar stijl. Ook speelt de zangeres in op de tijdgeest, net zoals de surrealisten reageerden op gebeurtenissen van hun tijd. In een tijd waarin jongeren steeds meer zorgen hebben om polarisatie, klimaatverandering en internationale conflicten biedt Espresso ons, in de vorm van catchy-maar-onverklaarbare oneliners, de verlichting en imperfectie waar we naar zoeken. Bovendien doen die oneliners het waanzinnig goed op social media. En dat werkt verslavend, als cafeïne.
Bovendien is surrealisme niet alleen iets van vroeger. De afgelopen jaren is er sprake van een nieuwe surrealistische golf in de hedendaagse kunst, door kunstenaar en schrijver Robert Zeller ook wel ‘New Surrealism’ genoemd. De Nieuwe Surrealisten zijn niet meer weg te denken bij de grote galeries (Gagosian, bijvoorbeeld) en verbreken het ene na het andere veilingrecord. De populariteit van het surrealisme valt niet te ontkennen, maar wat opvalt is dat het vooral de vrouwelijke kunstenaars zijn die het goed doen.




Een goed voorbeeld hiervan is een van mijn persoonlijke favorieten, Anna Weyant. Haar werk is ongetwijfeld surrealistisch; in een gedempt kleurenpalet schildert ze een dromerig poppenhuis waarin het bad overloopt, in haar onnatuurlijke composities hangen vrouwen ondersteboven. Door onlogische combinaties van voorwerpen steekt er een rietje uit een boeket, of bestaat een bos bloemen uit ‘echte’ en cartoon-bloemen. Ook speelt ze met humor en absurditeit, en staan de overdenkingen over identiteit en de innerlijke belevingswereld van de vaak jonge, vrouwelijke geportretteerden centraal. Door gevoelens van ongemak en contemplatie op te roepen geeft Weyant ruimte aan het onderbewuste van de toeschouwer. Op 28-jarige leeftijd heeft de kunstenares al vele veiling records op haar naam en staan prominente verzamelaars op de wachtlijst om een werk van haar te mogen kopen.
Vrouwen in het surrealisme - toen en nu
Hoewel het vroeg twintigste-eeuwse surrealisme niet erg vrouwvriendelijk was, komt in de hedendaagse perceptie van de stroming steeds meer aandacht voor de belangrijke rol van vrouwen daarin. Voor bewijs dat het surrealisme niet vrouwvriendelijk was hoef je niet ver te zoeken: het tweede door André Breton gepubliceerde manifest bevatte de zin ‘Het probleem van de vrouw is het meest wonderbaarlijke en verontrustende probleem ter wereld'. Vrouwen waren in de beweging vooral belangrijk als ze mannen dienden als muze of inspiratiebron. Dit betekent echter niet dat er geen autonome vrouwelijke kunstenaars waren in de beweging (denk bijvoorbeeld aan Dora Maar, Meret Oppenheim en Dorothea Tanning), maar waardering voor hun werk heeft lang op zich laten wachten.

In de nasleep van onder meer de Black Lives Matter-protesten en de diversificeringsgolf die dit in de culturele sector veroorzaakte, begonnen de grote veilinghuizen met veilingen volledig gewijd aan vrouwelijke kunstenaars. Opvallend was dat hierin veel surrealistische kunst werd aangeboden, die een hernieuwde interesse ontving en voor de hoofdprijs werd afgehamerd: namen als Leonora Carrington en Leonor Fini behoorden ineens tot de meest begeerde kunst van het moment. In 2021 bracht een schilderij van Frida Kahlo een recordbrekend bedrag van $34.9 miljoen op bij Sotheby’s, het hoogste bedrag ooit voor een Latijns Amerikaanse kunstenaar, en op één na hoogste hamerprijs ooit behaald voor een vrouwelijke kunstenaar. Dit was echter geen kortdurende hype: eerder deze maand vestigde Leonora Carrington nog een nieuw record voor een vrouwelijke kunstenaar geboren in het Verenigd Koninkrijk, met een schilderij dat bij Sotheby’s werd geveild voor £22.5 miljoen. Ook door de veilinghuizen zelf wordt opgemerkt dat dit geen incidenten zijn, maar dat er sprake is van een nieuw patroon.
In de museumwereld is de afgelopen jaren ook meer aandacht voor de vrouwelijke surrealisten gekomen. In 2022 toonde Tate Modern in Londen de grote tentoonstelling Surrealism Beyond Borders die aandacht schonk aan de bijdrage van vrouwen en niet-Europese kunstenaars aan de stroming. Bij de Peggy Guggenheim Collection in Venetië was dat jaar de tentoonstelling Surrealism and Magic: Enchanted Modernity te zien, waarin wederom de nadruk lag op vrouwelijke kunstenaars. In Espresso viert Sabrina Carpenter haar vrouwelijkheid: "The song is kind of about seeing femininity as your super power, and embracing the confidence of being that bitch," vertelde ze Vogue. Iets waar de surrealisten nog van kunnen leren - maar gelukkig doen ze dat de laatste jaren dus steeds meer.
Een van de vrouwen die het wel lukte om al vroeg een van de belangrijkste surrealistische kunstenaars te worden was Meret Oppenheim. Haar Object uit 1936, een koffiekopje bedekt met gazelle bont, kan met recht de matriarch van de surrealistische kunst genoemd worden. Het werk, dat ontstond na een gesprek in een café met Dora Maar en Pablo Picasso, werd al snel een van de belangrijkste werken van het surrealisme. Het werk doet alles wat een surrealistisch werk moet doen: het zet onze perceptie van alledaagse objecten ondersteboven, veroorzaakt gevoelens van ongemak maar ook dromerigheid, speelt in op onderhuidse gevoelens en associaties. Het provoceert, verbaast en zet aan het denken: waarom zou iemand dit maken, hoe voelt het om hieruit te drinken?
Het werk was direct een sensationele hit bij het publiek, net als Espresso. Toen Object kort na vervaardiging werd opgenomen in een tentoonstelling van het MoMA in New York, sprak de toenmalige directeur van het museum: “Few works of art in recent years have so captured the popular imagination.... [...] The tension and excitement caused by this object in the minds of tens of thousands of Americans have been expressed in rage, laughter, disgust or delight.” Het object zet de deur op een kiertje naar een uitweg uit ons alledaagse bestaan, naar de gevoelens en driften die aan het oppervlak liggen maar die we doorgaans netjes in toom houden. Espresso doet hetzelfde: via haar rondruit vreemde taalgebruik geeft Carpenter je toestemming om eventjes onbeschaamd de sexy, zelfverzekerde vrouw uit te hangen die je in het dagelijks leven vaak netjes temt. Koffiezaken die willen meeliften op Carpenter’s succes kunnen de espresso zelf dus met rust laten. Als ze een “Me Espresso” op het menu willen zetten, hoeven ze de koffie alleen maar in een harig kopje te serveren.