Kunst in het wild #2: Ik moedig je aan om te kotsen in het Stedelijk
Over kunstgeschiedenis in The Substance
Onlangs keek ik eindelijk The Substance - MAN wat een strijd om die 2,5 uur te doorstaan! Ik zou het dan ook niemand aanraden om die film te kijken. Het is een beetje wat mensen ook zeggen over ayahuasca of open relaties: je kunt dit alleen aan als je je ertoe geroepen voelt. Oftewel: als je écht 100% intrinsiek gemotiveerd bent om dit te ondergaan. Blijkbaar was ik dat (ondanks mijn - zoals je nu wel gemerkt hebt - zeer lage tolerantie voor horrorfilms), en hoewel ik er lichtelijk getraumatiseerd uit kwam, opende het toch ook een onverwachts luikje in mijn kunsthistorische brein. En wel in een van de eerste scènes waarin hoofdpersonage Elisabeth Sparkle door de rode gang in de tv-studio loopt, die daarna nog vele malen terugkomt in de film. Het deed mij direct denken aan het iconische Who’s afraid of Red, Yellow and Blue III van Barnett Newman, een associatie die erg toepasselijk bleek.

Vroeger hadden wij een trampoline in de achtertuin. Op warme zomeravonden lag ik er, uitgeput van het springen, graag op mijn rug naar de lucht te turen. Ik zag dan het puntje van de hoge boom die aan onze tuin grensde, de blaadjes wuivend in de wind, en de zwaluwen die me vertelden welk weer het de volgende dag zou worden. Maar soms waren de zwaluwen er niet, en waaiden de blaadjes van de boomtop net buiten mijn vizier. Wat er dan overbleef was een kleurloos vlak, zonder wolken, zon of maan, een egale waas. Hoe langer ik ernaar staarde, hoe meer ik zag, de eindeloze grauwheid was zó onderprikkelend dat mijn brein zelf maar vormen, vlekken en kleuren ging projecteren. Een hypnotiserend effect dat verslavend en bedwelmend werkte. Het was prettig, maar de angst om er gek van te worden lag op de loer.
Dit punt is precies wat ook wordt opgezocht in color field paintings zoals het werk van Newman. Je kunt zo’n schilderij eigenlijk het best op de volgende manier bekijken: ga midden voor het werk staan op een manier dat het schilderij zoveel mogelijk van je blikveld inneemt. Leg jezelf geen tijdslimiet op en ook geen druk om nog allerlei andere dingen in het museum te gaan bekijken. Staar naar het werk, laat je erdoor opzuigen, geef je eraan over. Je vergeet alles om je heen en het kijken wordt dan een fysieke ervaring; zo’n schilderij is eigenlijk pas écht geslaagd als de toeschouwer er op een gegeven moment van moet kotsen. Of, als je daar geen zin in hebt, blijf dan kijken totdat je iets van een fysieke sensatie voelt die je nog niet eerder in een museum hebt ervaren. Who’s afraid of Red, Yellow and Blue III bevindt zich in de collectie van het Stedelijk Museum Amsterdam maar is momenteel niet te zien op zaal. In plaats daarvan kun je wel naar Newman’s blauwe Cathedra gaan kijken, op de eerste verdieping bij de collectie 1950 - 1980.
Het schilderen van een werk als dat van Newman is knap lastig - op je scherm lijkt het nu misschien een egaal kleurvlak, maar in feite is het opgebouwd uit ontzettend veel lagen met subtiele kleurverschillen, want alleen op die manier bereik je het hierboven beschreven effect. Dit is dan ook een van de vele redenen waarom het totale onzin is om te zeggen dat je kleine zusje dit ook kan.
Wie zegt dat kunst kijken altijd aangenaam moet zijn? Het maakt niet uit wát je voelt, het gaat erom dát je voelt. Het visuele wordt het fysieke, het rationele maakt plaats voor het onderbewuste, verwarring brengt ons uiteindelijk tot de waarheid. En precies dit spanningsveld is ook waar The Substance over gaat. Op mij had The Substance hetzelfde effect als een goede color field painting: ik ging door een heel scala aan intense lichamelijke gevoelens dat ik totaal niet had voorzien. Maar toch doorstond ik de zelfkastijding, want dat doet kunst: het maakt je soms (letterlijk en figuurlijk) pijnlijk bewust van je eigen lichaam en daarmee van jezelf.
P.s. Bonus voor degenen die de film ook gezien hebben: in 1986 werd Newman’s schilderij aangevallen en opengesneden met een mes, hierboven zie je hoe het werk er toen aan toe was. Aan welke scène in de film doet het schilderij je in deze staat denken?