Een ‘neppe Rembrandt’ is juist goed nieuws
Laat je niet verleiden door de Nederlandse Rembrandt-fetish
Er is weinig zo sensationeel als de recente berichten over schilderijen bij het Mauritshuis en veilinghuis Sotheby’s die toch niet van Rembrandt bleken te zijn. Dit wordt gepresenteerd als slecht nieuws, maar is het wel zo erg? Tja, wel als het je miljoenen euro’s kost. Maar voor iedereen die geen (nep)Rembrandt-eigenaar is valt het best wel mee. Sterker nog, ik denk juist dat het goed nieuws is - ook voor jou.
De wondere wereld van de toekenningskwesties
Vaak is van (oude) kunstwerken niet met zekerheid te zeggen door wie ze gemaakt zijn. Gelukkig zijn er ontzettend veel onderzoeksmethoden die duidelijkheid kunnen geven. Sommige daarvan leveren waterdichte bewijzen op voor een toeschrijving, zoals een archiefstuk of technisch onderzoek naar (herkomst van) de gebruikte materialen. Maar zeker bij oudere werken is dit vaak niet mogelijk en komt het uiteindelijk neer op stijlonderzoek. Heel simpel gezegd houdt dat in: héél goed naar andere werken van een kunstenaar kijken, en op basis daarvan beoordelen of het onbekende schilderij er genoeg op lijkt.
Ook bij werken van de beroemdste kunstenaars wordt dit zo gedaan. In het geval van bijvoorbeeld een (vermoedelijke) Rembrandt buigen experts uit alle hoeken van de wereld zich over het werk, doen er hun plasje er over (figuurlijk, uiteraard), en komen zo al dan niet tot de conclusie dat het werk door de ‘Grote Meester’ is geschilderd. De betreffende experts hebben zó ongelofelijk veel kennis en inzicht dat hun argumentatie vaak vrij waterdicht onderbouwd is, ondanks een gebrek aan hard bewijs.
Toch blijft er vaak discussie en onenigheid tussen de experts. Deze onderzoeksmethode is bovendien nogal gevoelig voor voortschrijdend inzicht. Bijvoorbeeld als er nieuwe informatie over een kunstenaar ontdekt wordt, of als technologische ontwikkelingen nieuwe materiaalonderzoeken mogelijk maken. Dat is best opvallend, want zeker voor beroemde kunstenaars kan een toekenning een verschil van miljoenen euro’s betekenen. Maar soms is er nou eenmaal geen alternatief.

Zelf ben ik gefascineerd door toekenningskwesties - het leidde zelfs tot mijn keuze om kunstgeschiedenis te gaan studeren. In 2013 bezocht ik een grote Rafaël-tentoonstelling in het Teylers Museum. Het museum had recent drie tekeningen van Rafaël in de collectie ‘ontdekt’: na uitvoerig (stijl)onderzoek werden drie tekeningen, die voorheen aan leerlingen van de kunstenaar waren toegeschreven, toch aan Rafaël toegekend.
Ik herinner me hoe de tentoonstelling aandacht besteedde aan deze toekenningskwestie, waaraan je het verschil tussen een ‘echte’ en een ‘neppe’ Rafaël kon zien, je werd meegenomen in de overwegingen van de onderzoekers en mocht zelf stemmen of je het met hen eens was. Ineens kon ik het verschil tussen tekeningen van Rafaël en zijn leerlingen zien. Ik bestudeerde de kleine details nauwkeuriger dan ik ooit in een museum had gedaan. Magisch, om ineens zulke conclusies te kunnen trekken door simpelweg lekker te kijken. Er ging een wereld voor me open.
Ook een ‘neppe Rembrandt’ is dus juist een perfecte uitnodiging om aandachtig te kijken en je te verliezen in details. Niets is zo fascinerend als, met een beetje hulp van het museum, te kijken of je kunt zien welke penseelstreken van Rembrandt kwamen en welke niet. Of waarom het ene gezicht beter geschilderd is dan het andere, en waarin kunstenaars van elkaar verschillen. In een wereld waar we dagelijks worden blootgesteld aan een stortvloed van afbeeldingen, en waar AI-gegenereerd beeld en deepfakes steeds meer ons wereldbeeld bepalen, is het bovendien verrekt nuttig om jezelf beter te leren kijken.
Schoonheid heeft geen prijskaartje
De Nederlandse kunstwereld lijdt aan een Rembrandt-fetish. Doodzonde. Niet alleen de sensatie rondom toekenningen, maar ook blockbuster tentoonstellingen (Vermeer, Frans Hals, etc.) en opgehypede documentaires houden de gekte rondom beroemde schilders in stand. Het belang van een toekenning in de kunstmarkt is begrijpelijk: daar gaat het om verschillen van miljoenen euro’s. Ook voor een museum is een ‘echte’ Rembrandt in financiële zin natuurlijk meer waard: het trekt bezoekers, verhoogt de status van het museum en maakt bruiklenen van andere instellingen mogelijk. Dit alles houdt echter een systeem in stand dat de nadruk legt op de populariteit van een kunstenaar en prestige van het museum. Door de mening van het publiek zo sterk te kleuren en te sturen, wordt betekenisvolle kunstbeleving voor het individu steeds moeilijker gemaakt.
De momenten die vaak de meeste indruk maken tijdens een museumbezoek hebben juist weinig te maken met cijfers, status en waarde. Het zijn de momenten waarop je onverwachts oog in oog staat met een portret dat je doet denken aan een geliefde, een schilderij dat warme jeugdherinneringen oproept, schoonheid die je overvalt. Een handvol keren zal dit inderdaad gebeuren door een werk van Rembrandt, maar dit effect kan net zo goed bereikt worden door een van de vele ondergewaardeerde kunstenaars die de Nederlandse kunstgeschiedenis rijk is.
Maar voor die individuele beleving blijft weinig ruimte over als de waardering van kunst zo gestuurd wordt door cijfers. Kunstmarkt en kunstbeleving staan los van elkaar: dat een werk de hoofdprijs op de veiling oplevert betekent nog niet dat dit werk de toeschouwer meer zal raken dan een ‘goedkoop’ werk, want de waarde van kunstbeleving is niet in geld uit te drukken. Neppe Rembrandts zijn doorgaans alsnog van torenhoge kwaliteit en geven ons daardoor de nodige reality check dat schoonheid niet valt af te lezen aan het prijskaartje. Een neppe Rembrandt is ten slotte nog altijd een écht kunstwerk, van een échte kunstenaar.
Mijn tip is dus om vooral wél naar die ‘neppe Rembrandts’ in het Mauritshuis te gaan kijken en ze nauwkeurig te bestuderen. Maar ook om eens naar een museum te gaan wat je nog helemaal niet kent, of een tentoonstelling te bekijken van een kunstenaar waar je nog nooit van gehoord hebt. Laat je niet wéér verleiden door een grote naam of prestigieuze titel. Je gaat toch ook niet in een TikTok-rij voor frietjes staan terwijl je snackbar in de buurt ze net zo lekker bakt? Waarom dan wel in een overvolle blockbuster-tentoonstellingszaal hopen op een schilderij dat je raakt, als je dat elders in een heerlijk rustige museumzaal net zo goed kunt ervaren? Als je je beseft hoeveel geweldige kunstenaars er in het Mauritshuis hangen waar je nog nooit van gehoord hebt, maken een of twee extra Rembrandts in de collectie ineens niet meer zoveel uit.
Wat heerlijk dat je kunst terug brengt naar wat het is (of hoort te zijn) iets wat je raakt of iets in je oproept, los van de grote namen en het grote geld.
Wat fijn geschreven! En het doet me denken aan een fenomeen waar ik me zo aan erger in musea. Beroemd werk = meer bezoekers en toeristen = meer mensen die elk een foto willen maken van het reeds beroemde werk met hun smartphone = letterlijk rijen die ontstaan voor het werk waardoor je er niet goed naar kan kijken zoals bedoelt is. Het lijkt meer op een item dat men afvinkt van een to-do lijstje dan dat er iets echt goed bekeken word.